-
1 examiner
examiner [εgzamine]➭ TABLE 11. transitive verba. ( = analyser) to examine ; [+ question, demande, cas] to look into ; [+ projet de loi] to discuss• examiner qch dans le or en détail to examine sth in detail2. reflexive verb► s'examiner [personne] to examine o.s.* * *ɛgzamine1) ( étudier) gén to examine; ( pour faire des changements) to review [situation]2) ( observer) to examine [marchandise, visage]3) Médecine to examine [malade, blessure]* * *ɛɡzamine vt* * *examiner verb table: aimerA vtr1 ( étudier) gén to examine; ( pour faire des changements) to review [situation]; rejeter une demande sans l'examiner to dismiss a request out of hand; examiner qch de près to have a close look at sth; il faut examiner la situation de plus près the situation must be looked at more closely; examiner qn de la tête aux pieds to look sb up and down;3 Méd to examine [malade, blessure];B s'examiner vpr to examine oneself.[ɛgzamine] verbe transitif1. [réfléchir sur - dossier, documents] to examine, to go through (inseparable) ; [ - circonstances] to examine ; [ - requête] to examine, to consider ; [ - affaire] to investigate, to examine, to go into (inseparable)2. [regarder de près - meuble, signature etc.] to examine ; [ - personne] to look carefully at, to study ; [ - appartement] to have a look aroundb. (figuré) to have a very close look at, to scrutinize3. MÉDECINE [lésion, malade] to examine————————s'examiner verbe pronominal (emploi réfléchi)————————s'examiner verbe pronominal(emploi réciproque) to scrutinize one another ou each other -
2 examiner
vt.1. осма́тривать/осмотре́ть ◄-трю, -'ит►, огля́дывать/огляде́ть ◄-жу, -дит►; рассма́тривать/рассмотре́ть, разгля́дывать/разгляде́ть (en détail, avec soin); наблюда́ть ipf. (observer); иссле́довать ipf. et pf. (rechercher);examiner un visage — рассма́тривать <разгля́дывать> лица́; examiner les bagages à la douane — досма́тривать бага́ж на тамо́жне; examiner les lieux — осма́тривать <обсле́довать> ме́стность; examiner au microscope — наблюда́ть <рассма́тривать> в микроско́п <под микроско́пом>; le médecin examine le malade — врач осма́тривает <обсле́дует> больно́гоexaminer qn. de la tête aux pieds — огляде́ть <осмотре́ть> кого́-л. с головы́ до ног;
2. (étudier) изуча́ть/изучи́ть ◄-'ит►; рассма́тривать; взве́шивать/взве́сить (peser); обду́мывать/обду́мать (arec réflexion); обсужда́ть/обсуди́ть ◄-'дит, pp. -ждё-► (avec débat);examiner une question (un problème) — изуча́ть <рассма́тривать; обду́мывать> вопро́с (пробле́му); examiner le pour et le contre — обду́мывать <взве́шивать> до́воды < все> «за» и «про́тив»; il faut examiner attentivement la situation — на́до тща́тельно изучи́ть обстано́вку; examiner à fond — тща́тельно <основа́тельно> обду́мать; tout bien examiné — всё тща́тельно взве́сив <проду́мав>; внима́тельно рассмотре́в <изучи́в> все обстоя́тельстваexaminer un dossier (une demande) — изуча́ть <рассма́тривать> де́ло (про́сьбу);
3. (interroger à un examen) опра́шивать/опроси́ть ◄-'сит►; экзаменова́ть/про=;le jury examine les candidats — коми́ссия экза́менует допу́щенных к экза́мену
■ vpr.- s'examiner -
3 tête
tête [tet]〈v.〉1 hoofd ⇒ kop, gezicht5 kop ⇒ top, bovenkant, voorste gedeelte♦voorbeelden:1 avoir, être une tête à claques, à gifles • een irritant koppie, een rotkop hebbentête de mort • doodshoofd, doodskopune tête de six pieds de long • een lang gezicht, een gezicht als een oorwurmde la tête aux pieds • van top tot teenêtre la tête de Turc, servir de tête de Turc • het mikpunt, pispaaltje zijndonner tête baissée dans qc. • blindelings, zonder te kijken ergens op inlopen, tegenaan lopen; 〈 ook〉 er blindelings inlopenavoir une bonne tête • er betrouwbaar, intelligent uitzien, een sympathieke kop hebbence sont deux têtes sous un même bonnet • dat zijn twee handen op één buiktomber la tête la première • voorovervallenla tête renversée • met het hoofd naar achterensale tête • gemene kopcourir tête baissée • lopen zo snel als men kandonner sa tête à couper • zijn hoofd eronder durven verweddenen faire une tête • een lang gezicht zettenjeter qc. à la tête de qn. • iemand iets naar het hoofd slingeren, iemand iets verwijtenrompre la tête à qn. • iemand de oren van het hoofd schreeuwentourner la tête • het hoofd afwenden2 c'est, il a une tête en l'air, tête sans cervelle, tête de linotte, tête d'oiseau • hij is een leeghoofd, heeft de hersens van een garnaal, gedraagt zich als een kip zonder kopavoir une tête de cochon, de mule • koppig zijnêtre une tête de cochon, de lard, de mule, de pioche • een stijfkop zijnmettre la tête à l'envers à qn. • iemand het hoofd op hol brengentête brûlée • heethoofdavoir la tête chaude • een heethoofd, driftkop zijnavoir la tête fêlée • een beetje getikt zijnune forte tête • iemand met een eigen wil, dwarskopavoir la tête froide • koelbloedig zijn〈 informeel〉 une grosse tête • een knappe kop, superintelligent persoon〈 informeel〉 avoir une, la grosse tête • pretenties, praatjes hebben〈 informeel〉 petite tête! • domkop!, sufferd(je)!examiner, réfléchir à tête reposée • rustig, op z'n gemak bekijken, overdenkenavoir la tête solide • veel aan zijn hoofd kunnen hebbenavoir toute sa tête • bij zijn volle verstand zijnavoir la tête vide • niet (meer) kunnen nadenken, zich niets meer kunnen herinnerenavoir de la tête • een goed verstand hebbenavoir la tête à ce qu'on fait • zijn hoofd, zijn aandacht bij zijn werk hebbenavoir la tête près du bonnet • een heethoofd, driftkop zijncasser, fendre la tête à qn. • iemand op zijn zenuwen werken, irriterense casser la tête contre les murs • met zijn hoofd tegen de muur lopen, wanhopig zijnchercher dans sa tête • proberen zich iets te herinnerense creuser la tête • z'n hersens pijnigenéchauffer la tête • iemand nijdig, woedend makenn'en faire qu'à sa tête • precies doen waar men zin in heeftfourrer, mettre qc. dans la tête • iets in het hoofd prentense mettre dans la tête, en tête de 〈+ onbepaalde wijs〉 • zich in het hoofd halen, zetten omse mettre dans la tête, en tête que 〈+ aantonende wijs〉 • zich in het hoofd halen, zetten dat, zich inbeelden datidée qui passe par la tête de qn. • idee dat zomaar bij iemand opkomtperdre la tête • het hoofd, zijn verstand verliezen, gek wordenle vin lui tourne la tête • de wijn stijgt hem naar het hoofdtourner la tête à qn. • iemand het hoofd op hol brengenavoir la tête ailleurs • er met zijn gedachten niet bij zijn, afwezig zijn〈 spreekwoord〉 quand on n'a pas de tête, il faut avoir des jambes • wie zijn hoofd vergeet, moet zijn benen gebruikende tête • uit het hoofd, in gedachtenavoir une idée (de) derrière la tête • iets in zijn achterhoofd hebbense mettre à la tête, prendre la tête de • de leiding nemen overà la tête, en tête de • aan het hoofd, aan de leiding vanpar tête • per persoon, per mantête d'ail • knoflookbolletjetête d'épingle • speldenknoptête de ligne • kopstation, beginpunt van een lijntête du lit • hoofdeinde van het bedtête de pipe • pijpenkopvirer tête à queue • helemaal om zijn as draaien, een draai van 180 graden makenwagon de tête • voorste wagontête nucléaire • atoomkopmusique en tête • de muziek vooropcôté tête • kop(zijde), kruisavoir la tête sur les épaules • met beide benen op de grond staanmauvaise tête • dwarsligger, lastpostfaire la mauvaise tête • koppig zijn, dwars liggense cogner, se taper la tête contre les murs • wanhopig naar een oplossing zoekenne plus savoir où donner de la tête • niet meer weten waar te beginnen, overstelpt zijn met werkfaire la tête (à qn.) • mokken (tegen iemand), boos zijn (op iemand)se jeter à la tête de qn. • toenadering zoeken tot iemand, zich bij iemand opdringenlaver la tête à qn. • iemand een flinke uitbrander gevenmonter la tête à qn. • iemand tegen iemand opzettense monter la tête • zich ergens over opwinden, spoken ziense payer (doucement) la tête de qn. • iemand (stiekem) voor de gek houdenpiquer une tête • een duik nemen, duikenredresser, relever la tête • zijn zelfvertrouwen herwinnenrisquer, sauver sa tête • zijn leven wagen, het er levend van afbrengentenir tête • het hoofd bieden, standhoudenen avoir par-dessus la tête • er schoon genoeg van hebben, er de buik van vol hebbenf1) hoofd, kop2) gezicht3) leider4) kopbal5) top, bovenkant -
4 détailler
détailler [detaje]➭ TABLE 1 transitive verb[+ plan d'action] to explain in detail ; [+ facture] to itemize ; [+ incidents, raisons] to give details of* * *detaje1) ( exposer) to detail [projet, problème]2) ( regarder) to scrutinize [personne, objet]* * *detaje vt1) COMMERCE to sell retail, (à la pièce) to sell separately2) (= expliquer) [affaire, dossier] to explain in detail, [facture] to itemize, [compte] to break down, (faits, éléments) to detail3) (= examiner visuellement) to look over, to examine* * *détailler verb table: aimer vtr1 ( exposer) to detail [dépenses, projet, problème];2 ( regarder) to scrutinize [personne, objet].[detaje] verbe transitifdétailler quelqu'un de la tête aux pieds to look somebody over from head to foot, to look somebody up and down -
5 toucher
toucher [tu∫e]➭ TABLE 11. transitive verb• « prière de ne pas toucher » "please do not touch"• il n'a pas touché un verre de vin depuis son accident he hasn't touched a drop of wine since his accidentb. ( = entrer en contact avec) to touchc. ( = être proche de) to adjoin ; [affaire] to concernd. ( = atteindre) [+ adversaire, objectif] to hit ; [+ public] to reach• touché ! (bataille navale) hit!e. ( = recevoir) [+ prime, allocation, traitement] to get ; [+ chèque] to cash ; [+ tiercé, gros lot] to win• il a fini le travail mais n'a encore rien touché he's finished the work but he hasn't been paid yetf. ( = émouvoir) [drame, deuil] to affect ; [scène attendrissante] to touch ; [critique, reproche] to have an effect ong. ( = concerner) to affect• toucher à to touch ; [+ réputation] to question ; ( = modifier) [+ règlement, loi, tradition] to meddle with ; [+ mécanisme] to tamper with ; ( = concerner) [+ intérêts] to affect ; [+ problème, domaine] to have to do with ; ( = aborder) [+ période, but] to approach ; [+ sujet, question] to broach• n'y touche pas ! don't touch!• « prière de ne pas toucher aux objets exposés » "please do not touch the exhibits"• s'il touche à cet enfant, gare à lui ! if he touches that child, he'd better watch out!• touche pas à ma bagnole ! (inf) hands off my car!• c'est parfait, n'y touche pas it's perfect, don't change a thing• l'hiver/la guerre touche à sa fin or son terme winter/the war is drawing to a close3. reflexive verb4. masculine nountouch ; ( = impression produite) feel* * *
I
1. tuʃe1) ( poser la main sur)toucher (de la main) — to touch [objet, surface, personne]
toucher du bois — ( par superstition) to touch wood
toucher quelque chose du doigt — lit, fig to put one's finger on something
2) ( être en contact avec) to be touching [mur, plafond, fond]toucher le sol — [animal, sauteur, avion] to land
3) ( heurter) to hit [adversaire, voiture, trottoir]si tu recules encore tu vas toucher le mur — if you reverse any more, you'll hit the wall
4) ( attendrir) to touch [personne]5) ( affecter) [changement, crise, loi] to affect [personne, secteur, pays]; [intempérie] to hit [région]6) ( être contigu à) [pays, maison, usine] to be next to7) ( encaisser) [personne] to get, to receive [argent]; to cash [chèque]; to get [retraite]; to win [lot]8) ( joindre)9) ( atteindre)toucher trois millions d'auditeurs or de téléspectateurs — to have an audience of three million
2.
toucher à verbe transitif indirect1) ( poser la main sur)toucher à tout — lit to be into everything; fig to be a jack of all trades
avec son air de ne pas y toucher, c'est un malin — (colloq) he looks as if butter wouldn't melt in his mouth, but he's a sly one
2) ( concerner)3) ( porter atteinte à)toucher à — to infringe on [droit, privilège]
4) ( modifier)5) ( aborder)
3.
se toucher verbe pronominal [maisons, jardins] to be next to each other
II tuʃenom masculin1) ( sens)le toucher — touch, the sense of touch
2) Médecine digital examination3) Musique ( d'un pianiste) touch* * *tuʃe1. nm(= sens, faculté) touchle toucher — touch, the sense of touch
2. vt1) (= entrer en contact avec, manipuler) [objet, substance] to touch2) (= palper) to feelCe pull a l'air doux. Je peux toucher? — That sweater looks soft. Can I feel it?
3) (= atteindre) (d'un coup de feu) to hitLa balle l'a touché en pleine poitrine. — The bullet hit him right in the chest.
4) (= affecter) [gentillesse, compliment] to touch, [deuil, malheur] to affectLeurs attentions l'ont beaucoup touché. — Their kind attentions touched him deeply.
5) (= concerner) to affect, to concernCes nouvelles réformes ne nous touchent pas. — The new reforms don't affect us.
6) (= recevoir) [récompense, argent] to receive, to get, [salaire] to draw, to get, [chèque] to cashIl a touché une grosse somme d'argent. — He received a large sum of money.
7) (= aborder) [problème, sujet] to touch on8) (= contacter) to reach, to contact3. vi1) (= manipuler) to touch2) (= modifier) to tamper with, to meddle withQuelqu'un a touché au dispositif de sécurité. — Someone has tampered with the safety device.
3) (= traiter de, concerner) to deal with, to concernCet article touche à des sujets d'actualité. — This article deals with topical issues.
4) (= atteindre) [but, date] to reach5) (= être contigu à) [frontière, mur] to be next toLeur jardin touche au nôtre. — Their garden is next to ours.
* * *toucher verb table: aimerA nm1 ( sens) le toucher touch, the sense of touch; reconnaître des objets au toucher to identify objects by touch; un tissu doux au toucher a fabric which is soft to the touch;2 Méd digital examination; toucher rectal digital examination of the rectum;3 Mus ( d'un pianiste) touch.B vtr1 ( poser la main sur) toucher (de la main) to touch [objet, surface, personne]; ‘prière de ne pas toucher’ ‘please do not touch’; ne touche pas, pas touche○! don't touch!; toucher le bras/l'épaule/le dos de qn to touch sb's arm/shoulder/back, to touch sb on the arm/shoulder/back; toucher du bois ( par superstition) to touch wood; je touche du bois, mais je ne suis jamais malade I never get ill, touch wood!; toucher le front de qn to feel sb's forehead; toucher qch du doigt lit, fig to put one's finger on sth;2 ( être en contact avec) to be touching [mur, plafond, fond]; toucher le sol [animal, sauteur, avion] to land;3 ( heurter) to hit [adversaire, voiture, trottoir]; si tu recules encore tu vas toucher le mur if you reverse any more, you'll hit the wall; ne pas toucher une or la balle○ not to get near the ball; ‘touché!’ ( en escrime) ‘touché!’; ( à la bataille navale) ‘hit!’; toucher qn à la tête/poitrine to hit sb in the head/chest; touché dans le dos il s'est effondré he was hit in the back and slumped down;4 ( attendrir) to touch [personne] ; ça me touche beaucoup I am very touched; j'ai été très touchée de ta visite or que tu viennes me voir I was very touched by your visit;5 ( affecter) [événement, changement, crise, loi] to affect [personne, secteur, pays]; [intempérie] to hit [région, ville]; rien ne la touche nothing affects her; la récession touche tout le monde the recession affects everybody; le chômage touche 15% de la population active unemployment affects 15 per cent of the working population; la région la plus touchée par l'ouragan the area hardest hit by the hurricane;6 ( être contigu à) [pays] to be next to, to border (on); [maison, usine] to be next to, to adjoin [bâtiment, parc]; leur terrain touche le nôtre their land is next to ou adjoins ours;7 ( encaisser) [personne] to get, to receive [argent, indemnités, dividendes]; to cash [chèque, mandat]; to get [retraite]; to win [tiercé, loterie]; il a touché une grosse somme à son départ he got a lot of money when he left; elle ne va toucher aucune indemnité she won't get ou receive any compensation; ils touchent une petite retraite they get a small pension;8 ( joindre) toucher qn to get hold of sb; il est difficile à toucher par téléphone he's difficult to get hold of on the phone;9 Presse, Radio, TV toucher trois millions d'auditeurs or de téléspectateurs to have an audience of three million; toucher sept millions de lecteurs to have a readership of seven million.C toucher à vtr ind1 ( poser la main sur) toucher à to touch [objets]; ne touchez à rien don't touch anything; il n'a pas touché à son repas he didn't touch his meal; il ne touche plus à une goutte d'alcool he doesn't touch a drop of alcohol anymore; toucher à tout lit to be into everything; fig to be a jackofall trades; il ne touche plus à un fusil he won't go near a rifle anymore; ‘touche pas à mon pote○’ ‘hands off my pal○’; avec son air de ne pas y toucher, c'est un malin○ he looks as if butter wouldn't melt in his mouth, but he's a sly one;2 ( concerner) toucher à to concern; la réforme touche à l'emploi des jeunes the reform concerns youth employment; tout ce qui touche à la discipline/l'individu anything that relates to ou that concerns discipline/the individual; c'est un problème qui touche à l'éthique it's a question of ethics;3 ( porter atteinte à) toucher à to infringe on [droit, liberté, privilège]; to detract from [dignité]; toucher aux principes fondamentaux de la démocratie to infringe on the fundamental principles of democracy;4 ( modifier) to change; on ne peut toucher aux coutumes tradition is sacrosanct;5 ( aborder) to get on to [question, problème]; vous touchez à un sujet délicat/une question fondamentale you're getting on to a delicate subject/a fundamental issue.D se toucher vpr1 ( se tâter) ( l'un l'autre) to feel each other; ( soi-même) to feel oneself; se toucher la tête/le bras/les pieds ( l'un l'autre) to feel each other's heads/arms/feet; ( soi-même) to feel one's head/arm/feet;2 ◑( se masturber) to play with oneself○;3 ( être contigu) (maisons, jardins, immeubles) to be next to each other; nos deux maisons se touchent our houses are next door to each other.I[tuʃe] nom masculin1. [sens] (sense of) touch[palpation] touch2. [sensation] feel3. [manière de toucher] touch————————au toucher locution adverbialedoux/rude au toucher soft/rough to the touchc'est facile à reconnaître au toucher it's easy to tell what it is by touching it ou by the feel of itII[tuʃe] verbe transitifA.1. [pour caresser, saisir] to touch[pour examiner] to feelne me touche pas! get your hands off me!, don't touch me!touchez avec les yeux! don't touch, just look!2. [entrer en contact avec] to touchoù peut-on vous toucher en cas d'urgence? where can you be contacted ou reached in an emergency?[suj: lettre] to reachB.1. [se servir de - accessoire, instrument] to touchson service est si puissant que je ne touche pas une balle (familier) his serve is so powerful I can't get anywhere near the ball2. [consommer] to touchil n'a même pas touché son repas/la bouteille he never even touched his meal/the bottle3. [blesser] to hit4. [atteindre - suj: mesure] to concern, to affect, to apply to ; [ - suj: crise, krach boursier, famine] to affect, to hit ; [ - suj: incendie, épidémie] to spread to (inseparable)reste-t-il un secteur que l'informatique n'ait pas touché? are there still any areas untouched by computerization?ses prières avaient touché mon cœur her entreaties had moved ou stirred me[affecter - suj: décès] to affect, to shake ; [ - suj: critique, propos désobligeants] to affect, to have an effect on6. (familier) [s'en prendre à - personne] to touch7. [percevoir - allocation, honoraires, pension, salaire] to receive, to get, to draw ; [ - indemnité, ration] to receive, to get ; [ - chèque] to cash (in) (separable)elle touche 30 000 euros par an she earns 30,000 euros a yearC.2. [concerner]une affaire qui touche la Défense nationale a matter related to defence, a defence-related matter3. [être parent avec] to be related to————————[tuʃe] verbe intransitif3. (très familier) [exceller]elle touche en informatique! she's a wizard at ou she knows a thing or two about computers!ça y est, au saxo, je commence à toucher! I'm beginning to get the hang of the sax now!4. (locution)touchez là! it's a deal!, (let's) shake on it!————————toucher à verbe plus préposition1. [porter la main sur - objet] to touchque je ne te reprenne pas à toucher aux allumettes! don't let me catch you playing with matches again! ; [ - adversaire, élève] to touch, to lay hands ou a finger onsi tu touches à un seul cheveu de sa tête...! if you so much as lay a finger on her...!2. [modifier - appareil, documents, législation] to tamper ou to interfere withton dessin est parfait, n'y touche plus your drawing is perfect, leave it as it isje n'ai jamais touché à la drogue I've never been on ou touched drugsa. (sens propre) to fiddle with ou to touch everythinga. [artisan] I'm a Jack-of-all-trades, I do a little bit of everythingb. [artiste] I'm a man of many parts4. [être proche de - suj: pays, champ] to adjoin (soutenu), to border (upon) ; [ - suj: maison, salle] to join on (inseparable) to, to adjoin (soutenu)[confiner à]tout ce qui touche au sexe est tabou everything connected ou to do with sex is taboovous venez de toucher au point essentiel du débat you've put your finger on the key issue in the debatele navire touche au port ce soir the ship will enter ou reach harbour tonight————————se toucher verbe pronominal————————se toucher verbe pronominal -
6 long
long, longue [lɔ̃, lɔ̃g]1. adjectivelong ; [amitié] long-standing• version longue [de film] uncut version• cinq heures, c'est long five hours is a long time► long à2. adverb3. masculine noun• je lui ai expliqué en long, en large et en travers (inf) I explained it to him over and over again4. feminine noun• à la longue, ça a fini par coûter cher in the long run it turned out very expensive• à la longue, il va s'user it will wear out eventually* * *
1.
longue lɔ̃, lɔ̃g adjectif1) ( dans l'espace) [tige, cils, patte, lettre, robe, table, distance] longune chemise à manches longues — a shirt with long sleeves, a long-sleeved shirt
un tuyau long de trois mètres — a pipe three metres [BrE] long, a three-metre [BrE] long pipe
au long cours — Nautisme [voyage, navigation] ocean; [capitaine] fully-licensed
2) ( dans le temps) [moment, vie, voyage, exil, film, silence] long; [amitié] long-standingêtre long (à faire) — [personne] to be slow (to do)
je ne serai pas long — ( pour aller quelque part) I won't be long; ( pour un discours) I will be brief
être long à la détente — (colloq) to be slow on the uptake (colloq)
pendant de longues heures/années — for hours/years
3) Linguistique ( voyelle) long
2.
1) ( beaucoup)en dire long/trop long/plus long — to say a lot/too much/more (sur quelque chose/quelqu'un about something/somebody)
2)
3.
un câble de six mètres de long — a cable six metres [BrE] long, a six-metre [BrE] long cable
en long — [découper, fendre] lengthwise
en long et en large — [raconter] in great detail
en long, en large et en travers — (colloq) [raconter] at great length
le long du mur — ( en longueur) along the wall; ( en hauteur) up ou down the wall
tout le long de quelque chose — ( dans l'espace) all along something; ( dans le temps) all the way through something
4.
à la longue locution adverbiale in the end, eventuallyPhrasal Verbs:* * *lɔ̃, lɔ̃ɡ (longue)1. adj1) (cheveux, distance) longaux cheveux longs — with long hair, long-haired
2) (moment, trajet) longC'est encore long jusqu'à Noël. — It's still a long time till Christmas.
Ce sera long? — Will it take long?, Will it take a long time?
un contrat de longue durée; un contrat longue durée — a long-term contract
de longue haleine (projet, combat) — long-term
au long cours NAVIGATION — ocean modif ocean-going
de longue date (amis) — long-standing, [se connaître, être prévu] for a long time
2. adv3. nm1) (= longueur)de 3 m de long — 3m long, 3m in length
en long — lengthwise, lengthways
Il s'est étalé de tout son long. — He fell flat on his face.
au long de [rues, plage] — along, [annnés, périodes] during
Il y a des chemins de randonnée tout le long de la côte. — There are footpaths all along the coast.
tout au long de [année, vie] — throughout
de long en large [marcher] — to and fro, up and down
4. nfElle a fini par agacer tout le monde à la longue. — In the end she got on everybody's nerves.
* * *A adj1 ( dans l'espace) [tige, cils, patte, lettre, robe, table, distance] long; une chemise à manches longues a shirt with long sleeves, a long-sleeved shirt; des femmes en robe longue women in long dresses; être long de six mètres to be six metresGB long; un tuyau long de trois mètres a pipe three metresGB long, a three-metreGB long pipe; plus/trop long de deux mètres two metresGB longer/too long; au long cours Naut [voyage, navigation] ocean; [capitaine] fully-licensed;2 ( dans le temps) [moment, vie, voyage, exil, film, silence] long; [amitié] long-standing; pendant les longues soirées d'hiver during the long winter evenings; ta longue habitude des enfants your great experience of children; une traversée/entrevue longue de 40 minutes a 40 minute crossing/interview; être long à faire [personne] to be slow to do; [chose] to take a long time to do; il est toujours long à se décider he's always slow to make up his mind; qu'est-ce que tu es long! you're so slow!; aliment long à cuire food that takes a long time to cook; être en longue maladie to be on extended sick leave; je ne serai pas long ( pour aller quelque part) I won't be long; ( pour un discours) I will be brief; il guérira, mais ce sera long he will get better, but it's going to be a long time; huit mois, c'est long eight months is a long time; être long à la détente○ to be slow on the uptake○; il trouve le temps long time hangs heavy on his hands; pendant de longues heures/années for hours/years;3 Ling (syllabe, voyelle) long.B adv1 ( beaucoup) en dire long/trop long/plus long to say a lot/too much/more (sur qch/qn about sth/sb); j'aimerais en savoir plus long sur elle I'd like to know more about her; je pourrais t'en dire long sur lui I could tell you a thing or two about him;2 Mode s'habiller long to wear longer skirts.C nm1 ( longueur) 10 mètres de long 10 metresGB long; un câble de six mètres de long a cable six metresGB long, a six-metreGB long cable; mesurer or avoir or faire deux mètres de long to be two metresGB long; en long [découper, fendre] lengthwise; de long en large [marcher] up and down; arpenter une pièce de long en large to pace up and down a room; en long et en large [raconter] in great detail; en long, en large et en travers [raconter] at great length; le long du mur ( en longueur) along the wall; ( en hauteur) up ou down the wall; tout le long de qch ( dans l'espace) all along sth; ( dans le temps) all the way through sth; j'ai couru tout le long du chemin, j'ai couru tout du long I ran all the way; elle a pleuré tout le long du film she cried (all the way) through the film; tomber de tout son long to fall flat (on one's face);2 Mode le long long clothes (pl), lower hemlines (pl); la mode est au long hemlines are down (this season); s'habiller en long to wear a full-length dress.D longue nf2 Jeux ( aux cartes) long suit (à in);3 Sport game of boules played in the south of France.E à la longue loc adv in the end, eventually; à la longue on s'habitue in the end you get used to it.long métrage Cin feature-length film.( féminin longue) [lɔ̃, devant nom masculin commençant par une voyelle ou 'h' muet lɔ̃g, lɔ̃g ] adjectifA.[DANS L'ESPACE]1. [grand] longune fille aux longues jambes a long-legged girl, a girl with long legs[tige] long3. [vêtement] longune robe longue a full-length ou long dressB.[DANS LE TEMPS]1. [qui dure longtemps] longje suis fatigué, la journée a été longue I'm tired, it's been a long dayne sois pas trop longue ou personne ne t'écoutera jusqu'à la fin don't take too long ou don't speak for too long or nobody will listen to you all the way through2. [qui tarde - personne]je n'ai pas été longue à comprendre qu'elle mentait it didn't take me long to see that she was lyingil est long à venir, ce café! that coffee's a long time coming!sa longue expérience de journaliste his many years spent ou his long experience as a journalist4. [dans le futur]à longue échéance, à long terme [prévision] long, long-termlong adverbe1. [vêtement]elle s'habille long she wears long skirts ou dresses2. [beaucoup]une remarque qui en dit long sur ses intentions a remark which says a lot about ou speaks volumes about his intentionselle pourrait vous en dire long sur cette affaire she could tell you a few things about this businesslong nom masculin[vêtement]longue nom féminin————————à la longue locution adverbialeà la longue, tout se sait everything comes out in the end————————au long locution adverbiale————————au long de locution prépositionnelle1. [dans l'espace] along2. [dans le temps] during————————de long locution adverbialefaire une mine ou tête de dix pieds de longa. [par déconvenue] to pull a long faceb. [par mauvaise humeur] to have ou to wear a long facede long en large locution adverbialej'ai arpenté le hall de la gare de long en large I paced back and forth across ou I paced up and down the main hall of the station————————de tout son long locution adverbiale————————en long locution adverbialeen long, en large et en travers locution adverbiale1. [examiner] from every (conceivable) angle→ link=enen long, en large et en travers————————le long de locution prépositionnelle1. [horizontalement] along2. [verticalement - vers le haut] up ; [ - vers le bas] downtout au long locution adverbiale[en détail] in detailtout au long de locution prépositionnelle1. [dans l'espace] all alongtout au long de l'année all year long, throughout the year————————tout du long locution adverbiale1. [dans l'espace]ils ont descendu le fleuve tout du long they went all the way down the river, they descended the entire length of the river2. [dans le temps] all along————————tout le long de locution prépositionnelle
См. также в других словарях:
examiner — [ ɛgzamine ] v. tr. <conjug. : 1> • XIIIe; lat. examinare 1 ♦ Considérer avec attention, avec réflexion. ⇒ étudier, inspecter, observer. Examiner qqch. pour apprendre, connaître, savoir. Examiner les qualités et les défauts, la valeur de… … Encyclopédie Universelle
tête — [ tɛt ] n. f. • teste, test « crâne », opposé à l a. fr. chef « tête », 1050; lat. méd. testa « boîte crânienne », sens spécialisé de « coquille dure » → 1. test I ♦ 1 ♦ Partie, extrémité antérieure (et supérieure chez les animaux à station… … Encyclopédie Universelle
tête-de-mort — tête [ tɛt ] n. f. • teste, test « crâne », opposé à l a. fr. chef « tête », 1050; lat. méd. testa « boîte crânienne », sens spécialisé de « coquille dure » → 1. test I ♦ 1 ♦ Partie, extrémité antérieure (et supérieure chez les animaux à station… … Encyclopédie Universelle
TÊTE — n. f. Chef, partie supérieure du corps, qui est le siège du cerveau et des principaux organes des sens, et qui, chez l’homme et chez la plupart des animaux, tient au reste du corps par le cou. Le devant, le derrière de la tête. Le sommet de la… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 8eme edition (1935)
TÊTE — s. f. Chef, la partie qui est le siége du cerveau et des principaux organes des sens ; et qui, dans l homme et dans la plupart des animaux, tient au reste du corps par le cou. Le devant, le derrière de la tête. Le sommet de la tête. Le haut de la … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
haut — haut, haute [ o, ot ] adj., n. m. et adv. • halt fin XIe; lat. altus, h dû à une infl. germ.; cf. angl. high, all. hoch I ♦ Adj. (définissant soit une dimension dans le sens vertical, soit une position sur la verticale) A ♦ (Dimension) … Encyclopédie Universelle
PIED — Le pied, ou extrémité libre du membre inférieur, présente chez l’homme une disposition unique. Certes, une analyse superficielle risquerait de le considérer comme une structure en régression. Le pied est, en effet, un assemblage d’éléments osseux … Encyclopédie Universelle
Liste de locutions latines — Cet article contient une liste de locutions latines présentée par ordre alphabétique. Pour des explications morphologiques et linguistiques générales, consulter l article : Expression latine. Sommaire A B … … Wikipédia en Français
pied — (pié. Le d ne se lie guère que dans : mettre pied à terre, dites pié ta terre ; tenir pied à boule, dites pié ta boule ; armé de pied en cap, dites piétan kap ; mais, du temps de Chifflet, Gramm. p. 213, la prescription de ne jamais prononcer le… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
toiser — [ twaze ] v. tr. <conjug. : 1> • 1268; toisier 1260; teser XIIe; de toise 1 ♦ Vieilli Estimer à la vue (une quantité). « Il avait fini par toiser d un coup d œil le prix d une page » (Balzac). 2 ♦ (XVIIIe) Fig. et mod. Regarder avec défi,… … Encyclopédie Universelle
PIED — n. m. La partie du corps de l’homme qui est à l’extrémité de la jambe et qui lui sert à se soutenir et à marcher. Pied droit. Pied gauche. Les doigts du pied. Les ongles du pied. Le cou de pied. La cheville du pied. La plante des pieds. Marcher… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 8eme edition (1935)
